info-steel-39

categorie F gabarit evenals het gevelmotief onderstrepen zijn belang en verlenen het zijn iconografisch karakter. Buiten creëren de perifere luifels tegelijk beschermde zones voor de ingangen van het gebouw en zones voor de opslag. Vermits het gebouw vooral ’s nachts wordt gebruikt, creëert de verlichting van de luifels een soort aureool rond het gebouw. De licht- en de werksfeer zijn dan ook best vergelijkbaar met die overdag bij daglicht. De rolgevel bestaande uit spaanplaten die oranje en zwart geschilderd werden, symbo- liseert de actie en de dynamiek die bij dringende gevallen rond dit gebouw heerst. Het motief van de gevel roept herinneringen op aan de signalisa- tieborden die in het gebouw worden opgeslagen en die op de autosnelwegen gebruikt worden. De architectuur van de binnenruimten wordt bepaald door de draagstructuur van het gebouw. Deze is van staal en volledig zichtbaar. De kolommen creëren een regelmatige ruimtelijke orde en een precieze architectuur, aangepast aan de functie van het gebouw, waardoor de gebruikers van een grote flexibiliteit genieten. Alle gebouwen van de site volgen hetzelfde bouwprincipe. Ze zijn samen- gesteld uit standaard staalelementen, met kolom- men van het type HEA320 of HEB320 en liggers van het type Cellular Beams ® van ArcelorMittal voor de daken. Liggers van het type Cellular Beams ® laten enerzijds toe de hoogte van de liggers beperkt te houden en anderzijds alle technische installaties doorheen hun raten te schuiven zonder de vrije hoogte van de hal te belemmeren. De portieken zijn geschikt volgens een raster van 5,17 m. Ze zijn symmetrisch en bestaan uit een centrale kolom met aan beide zijden twee stijlen die de mezzanine en uitkragende ligger van de luifels dragen. De groot- ste lengte van de overspanning bedraagt 17,82 m met een balkhoogte van 56 cm. De buitenwanden van de hal en het dak bestaan uit gegalvaniseerde stalen dekken voorzien van thermische isolatie. De buitenschil van de bekleding in Trespa ® , is op deze dekken die als basis dienen, vastgemaakt. Om koudebruggen te voorkomen zijn de perifere luifels met behulp van Schöck-elementen tegen de structuur van het gebouw bevestigd. Het gebouw is ontworpen als een open hal. Onder de mezzanines bevinden zich eveneens technische lokalen. Het daglicht dat doorheen de koepels schijnt, laat toe overdag te werken zonder kunstlicht in het gebouw. Alle gebruikte materialen zijn recycleerbare monocomponenten. A l’extérieur, les auvents périphériques créent à la fois des zones protégées devant les entrées du bâtiment ainsi que des zones de stockage. Le bâtiment étant surtout en fonction la nuit, l’éclairage des auvents crée une sorte d’auréole illuminée autour du bâtiment. L’ambiance lumineuse et l’atmosphère de travail sont alors comparables à celles régnant le jour, avec une lumière naturelle. La façade rotative composée de panneaux en bois agglomérés, teintés en orange et en noir, symbolise l’action et le dynamisme autour de ce bâtiment dans les situations d’urgence. Le motif de la façade rappelle celui des panneaux de signalisation stockés dans le bâtiment-même et présents sur les autoroutes. L’architecture de l’espace intérieur est définie par la structure porteuse du bâtiment. Celle- ci, en acier, est entièrement apparente. Les poteaux créent un ordre spatial régulier et une architecture précise, adaptée à la fonction du bâtiment et qui permet une grande flexibilité pour l’utilisateur. Tous les bâtiments du site suivent le même principe de construction. Ils sont composés d’éléments standar- disés en acier, avec des poteaux de type HEA320 ou HEB320 et des poutres de type Cellular Beams ® d’ArcelorMittal pour les toitures. Les poutres de type Cellular Beams ® permettent d’une part de réduire la hauteur des poutres elles-mêmes et d’autre part de passer toutes les installations techniques à travers leurs alvéoles, sans réduire la hauteur libre du hall. Les portiques sont implantés selon une trame de 5,17 m. Ils sont symétriques et composés d’un poteau central, avec, de part et d’autre deux poteaux portant la mezzanine et la poutre en porte-à-faux des auvents. La plus grande longueur de la portée est de 17,82 m avec une hauteur de poutre de 56 cm. Les parois exté- rieures du hall ainsi que le toit sont constitués de bacs en acier galvanisé avec isolant thermique inséré. La peau extérieure du bardage, en Trespa ® , est fixée sur ces bacs, qui lui servent de support. Les auvents péri- phériques sont fixés contre la structure du bâtiment au moyen d’éléments Schöck, pour éviter les ponts thermiques. Le bâtiment est conçu comme un hall ouvert. Les zones de stationnement des remorques se trouvent le long des façades dépourvues de baies. La hauteur des remorques a permis d’ajouter une mezza- nine, avec une zone de stockage ouverte vers le hall. En-dessous des mezzanines se trouvent également des locaux techniques. La lumière naturelle passant à travers les coupoles permet de travailler dans le bâti- ment pendant la journée sans éclairage artificiel. Tous les matériaux utilisés sont des matériaux monocompo- sants et recyclables. Motivatie van de jury _Motivation du jury De structuur van dit gebouw – helder, sober en evenwichtig – laat zich mooi integreren. De bouw/ architectuur zit intelligent in elkaar, rekening houdend met het budget. De functie van het staal werd gerespecteerd. Er is een band tussen de kleur van de gevel en die van de interventievoertuigen. La structure de ce bâtiment - claire, sobre et bien rithmée - joue un rôle intégré. La construction/ architecture est conçue avec une bonne intelligence par rapport au budget. La fonction de l'acier est respectée. Il y a lien entre la couleur de la façade et celle des voitures d'intervention. 61